Najaar 1843 verliet het gezin Flesch Broek in Waterland en vestigde zich in Kampen waar Salomon de kost verdiende met de handel in oude boeken. In deze tijd ging de familie over naar de Afgescheiden gemeente en besloot Salomon predikant te worden. Hij volgde een theologische opleiding bij ds Wolter A. Kok en werd daarna als predikant in diverse plaatsen binnen de Afgescheiden gemeente beroepen. Zijn carrière als predikant verliep alles behalve gladjes; in Amersfoort werd hij uiteindelijke gecensureerd (onder kerkelijk toezicht gesteld). Na allerlei problemen woonde het gezin Flesch kortstondig (najaar 1853 - voorjaar 1854) in Edam, de vroegere woonplaats van vader Salomon Mozes Flesch. In het Bevolkingsregister is te lezen dat het gezin toen naast Salomon Mozes en en zijn vrouw Sara bestond uit de kinderen Mozes, Jozua, Elisabeth en Johannes. Salomon Mozes Flesch werd aangesteld als ouderling. Ook daar stapelden de problemen zich op, Flesch werd door de Afgescheiden gemeente en de zogenoemde Kruisgemeenten wegens wangedrag van zijn functie ontheven. Al hielden de Edammer broeders hem nog de hand boven het hoofd, Flesch positie was onhoudbaar geworden. Hij ontvluchtte Edam, het lukte om in het Friese Minnertsga aangesteld te worden. Daar vond een drama plaats: twee zoontjes overleden door vergiftiging. Salomon Mozes Flesch verklaarde terug te keren tot het Jodendom en verliet met zijn gezin Minnertsga. Uiteindelijk bleef hij toch het christendom trouw en na diverse omzwervingen en vele problemen stierf hij aan een slopende ziekte in Rotterdam op 9 december 1862.
Bron
