Waterland
Thema

Gezinsleven

Voor veel mensen draaide het dagelijks leven om het gezin. Er waren kleine en grote gezinnen. Men denkt vaak dat de gezinnen vroeger altijd heel groot waren, maar dat was lang niet altijd het geval. Er werden wel veel kinderen geboren, maar helaas gingen er ook veel op jonge leeftijd dood. Toen echter de gezondheidszorg, de voeding en de hygiëne beter werden, werden de gezinnen groter. Veel monden om te voeden dus! Wat aten de mensen in de 18e en 19e eeuw? We hebben in het Waterlands Archief helaas weinig bronnen over eten en drinken uit die tijd. Maar gelukkig is er van het Purmerender weeshuis een Maaltijdenregister bewaard gebleven waarin precies staat wat de weeskinderen elke dag voor maaltijd kregen. Daarmee krijgen we toch een goede indruk van wat mensen vroeger aten. De Archeologische Werkgroep Waterland heeft mooie archeologische vondsten gedaan, die vroeger in de keuken werden gebruikt zoals een kookpot, een komfoor en een voorraadpot. 

Huishouden

Net als de maaltijden die op het menu stonden, waren ook de woonomstandigheden afhankelijk van de welstand en het beroep van (meestal) je vader. Rijke kinderen woonden in fraaie huizen, armere kinderen in kleine huizen. En als je ouders een boerderij hadden, woonde je in een boerderij. Of in een molen. Veel mensen sliepen in bedsteden. De huizen waren vroeger namelijk slecht te verwarmen en brandstof was duur. De bedsteden waren een soort kasten in de muur, die sneller werden verwarmd dan de bedden in de kamer. De kleinste kinderen sliepen in een soort lade onder de bedstede. Daar komt het gezegde “Een ondergeschoven kind” vandaan. Op de foto van het Venediën in Purmerend kun je goed zien welke kleding de middenklasse droeg rond 1900. In Volendam en op het vroegere eiland Marken droegen de mensen hun eigen klederdracht. Klederdracht is kleding die in een stad, dorp of streek werd gedragen en kenmerkend was voor die plaats. Maar ook in andere plaatsen in de omgeving droeg men klederdracht. 

Vrije tijd

Tussen 1900 en 1920 daalde het gemiddeld aantal werkuren van 70 naar 48 uur in de week. Dit had tot gevolg dat de mensen steeds meer tijd kregen voor recreatie. Vanaf die tijd ontstonden er recreatieve plaatsen, die wij nu nog steeds kennen. In 1919 werd de eerste ANWB-paddenstoel (bewegwijzering) neergezet, zodat men makkelijker een rondje kon fietsen. In 1928 werd het Amsterdamse bos geopend, één van de eerste parken in Amsterdam. Mensen gingen ook dagjes weg, bijvoorbeeld naar het strand. 's Zomers gingen de mensen zwemmen in de Where in Purmerend en 's winters schaatsen. Kinderen waren veel aan het spelen, bijvoorbeeld het kootspel. Er werden dan kootbotjes tegen een muur geplaatst en met een werpkoot moest men proberen ze omver te werpen. Het kootspel was tussen 1600 en 1800 een geliefd jongensspel.

 

Nuttige informatie en/of website(s):

Waterlands Archief: Afbeeldingen (Beeldbank)

Waterlansds Archief: Bibliotheek

Museum van de 20e eeuw

Toon 43 bronnen

Tijdvakken

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart